Dankzij deze opleiding verwerft de student alle inzichten om op een veilige manier te werken met zware lasten.
Er wordt niet alleen gekeken naar de theoretische kant (zoals het berekenen van krachten) maar ook naar het praktische:
het geschikte materiaal kunnen inzetten op een correcte manier om een last aan te slaan.
Het verschil tussen een kritieke en een niet-kritieke last wordt duidelijk gemaakt zodat de student steeds verantwoord kan handelen.
Prevom maakt een gebalanceerde mengeling tussen praktijk en theorie, met een nadruk op de praktische realiteit waarin de student gebruik zal maken van het apparaat.
De uitgebreide ervaring van onze docenten vertaalt zich in talrijke praktijkvoorbeelden waardoor elke student goed beseft waarom men op een bepaalde manier te werk moet gaan.
Hier volgt een overzicht van de eindtermen van de opleiding op theoretisch vlak.
De student(e) die slaagt…
- Heeft een sterk inzicht in het verschil tussen een kritieke en niet-kritieke last
- Kan vlot de risico’s opnoemen die komen kijken bij het aanslaan en verplaatsen van een last
Volgende wettelijke zaken zijn gekend:
- Geldende toepassingen van de welzijnswet/ARAB/Codex
- Voorwaarden van CE markering, atmosferische omstandigheden, veiligheidsfunctie en medische keuring
- Voorwaarden op vlak van keuring van het materiaal dat wordt ingezet
Volgende vaktechnieken zijn gekend:
- De basiskarakteristieken zijn gekend (gewicht, het zwaartepunt, krachten, …)
- De krachten en zaken die hierop inspelen (hoeken, methode van aanslaan, aantal dragende delen, de hijsbalk, …)
- Bepaalde basisbegrippen m.b.t. belasting zijn gekend (werklast, breukbelasting, werklastfactor, veiligheidscoëfficiënt)
- Begrippen en berekeningen in verband met materiaal (gebruiksfactor, aanslaghoeken, belasting berekenen)
- Alle nodige arm- en handsignalen zijn gekend
Het materiaal is gekend:
- De verschillende soorten materiaal die men kan gebruiken (banden, kabels, takels, klemmen, …)
- Men weet welk materiaal waar kan worden toegepast
- Het onderhoud en de controle van het materiaal is gekend
- De gegevens die op het materiaal te vinden zijn kan men correct interpreteren
De opdrachten en eindtermen van de opleiding op praktisch vlak bestaan uit het volgende:
Praktijkopdracht 1
De student weet hoe men een simpele constructie (bv. een aantal buizen) met een gemakkelijk te bepalen zwaartepunt kan aanslaan en verplaatsen.
Er worden verschillende punten gecontroleerd, waaronder het correct gebruik van materiaal maar ook het inzetten van veiligheidsmaatregelen,
signalen en PBM’s.
Praktijkopdracht 2
De student kan een machine (voorzien van oogbouten) op de juiste manier aanslaan, verplaatsen en neerzetten op een fundering.
De punten waarop wordt beoordeeld zijn hetzelfde als bij de eerste praktijkopdracht, maar omdat de last er anders uit ziet dient de student zich hier op een gepaste manier op aan te passen.
Praktijkopdracht 3
Voor de laatste praktijkopdracht wordt er aan de student gevraagd om een last zorgvuldig en veilig te begeleiden langs een parcours:
men gaat langs, over en achter hindernissen op verschillende hoogten. De student moet uiteraard alle hand- en armseinen juist uitvoeren en duidelijk communiceren met de operator via de radio.